« Bekijk Artikel 27.
Nietigheid ten onrechte ingeroepen
Kern
Heeft de ondernemingsraad een beroep op de nietigheid gedaan, dan kan de ondernemer er ook voor kiezen om de kantonrechter op de voet van art. 27 lid 6 WOR te verzoeken te verklaren dat het beroep op de nietigheid ongegrond is en/of de ondernemingsraad het beroep op de nietigheid ten onrechte heeft gedaan.
Aanwijzingen
Wanneer de ondernemingsraad een beroep heeft gedaan op de nietigheid dan is een besluit nietig en mag het niet worden uitgevoerd. Is de bestuurder het daar niet mee eens, dan staat de weg naar de kantonrechter voor hem open: hij kan verzoeken te verklaren dat het beroep op de nietigheid door de ondernemingsraad en onrechte is gedaan.
Veel vaker zal echter de bestuurder niets doen en het aan de ondernemingsraad overlaten maatregelen tegen de uitvoering van het besluit te nemen. Dit kan op grond van het bepaalde in art. 27 lid 5 WOR. Op grond van die bepaling kan de ondernemingsraad de kantonrechter verzoeken om vervolgens te bepalen dat de ondernemer zich dient te onthouden van (verdere) handelingen die strekken tot uitvoering of toepassing van het nietige besluit als bedoeld in art. 27 lid 6 WOR
Jurisprudentie
(bron: Sprengers Advocaten te Utrecht)
Zie ook de conclusie van Advocaat-generaal Van Peursem bij HR 24 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:159, ECLI:NL:PHR:2013:1106: OR/Stena Line