Abonnee worden

Vul je gegevens in en wij nemen zo snel mogelijk contact met je op.
Het formulier is succesvol verstuurd. Wij nemen zo snel mogelijk contact met je op.

« Bekijk Artikel 8.

OR Reglement

Kern


Art. 8 WOR bepaalt dat de ondernemingsraad in een reglement de onderwerpen regelt die bij of krachtens de WOR ter regeling aan de ondernemingsraad zijn opgedragen of overgelaten. Alvorens het reglement vast te stellen, moet de ondernemingsraad de ondernemer in de gelegenheid stellen om zijn standpunt daarover kenbaar te maken. Zodra het reglement is vastgesteld, moet de ondernemingsraad onverwijld een exemplaar van het reglement aan de ondernemer verstrekken.


Aanwijzingen


De volgende onderwerpen moeten in een reglement worden uitgewerkt: de samenstelling van de ondernemingsraad, waaronder de vaststelling van de voor de uitoefening van het actief en het passief kiesrecht ten minste vereiste diensttijd (art. 6 WOR), de verkiezingen van de ondernemingsraad waaronder de kandidaatstelling, de inrichting van de verkiezingen, de vaststelling van de uitslag van de verkiezingen alsmede de vervulling van tussentijdse vacatures (art. 9 en 10 WOR), de zittingsduur (art. 12 WOR), de werkwijze van de ondernemingsraad (art. 14 WOR), de instelling van commissies (art. 15 WOR) en de deelname van de ondernemingsraad aan de overlegvergadering (art. 23a WOR).

Het OR-reglement mag geen bepalingen bevatten die in strijd zijn met de WOR of die aan een goede toepassing van de WOR in de weg staan. Zo is het niet toegestaan om in het OR-reglement nadere eisen te stellen aan de verkiesbaarheid, bijvoorbeeld door te bepalen dat kandidaten daadwerkelijk in de onderneming werkzaam moeten zijn en daarmee zieke werknemers uit te sluiten of door te bepalen dat kandidaten hun zittingstermijn vol moeten maken. Wel mag een vakorganisatie eisen stellen aan degenen die op de kandidatenlijst voor de OR-verkiezingen worden geplaatst, bijvoorbeeld de eis dat zij een bepaald standpunt zullen gaan uitdragen.

Wanneer een ondernemingsraad zijn reglement wenst te wijzigen en deze wijziging tot gevolg heeft dat de zittingsduur wordt verlengd, kan de ondernemingsraad deze wijziging pas de volgende zittingsperiode in laten gaan. Doet de ondernemingsraad dat niet, dan handelt de ondernemingsraad in strijd met het algemeen rechtsbeginsel dat vertegenwoordigers niet zelf een aan hen gegeven mandaat mogen verlengen. Onder omstandigheden kan een ondernemingsraad echter wel enkele maanden langer aanblijven, indien het niet (meer) mogelijk is om de verkiezingen tijdig plaats te laten vinden.


Jurisprudentie

​(bron: Sprengers Advocaten te Utrecht)

Vzngr. Rb. Amsterdam 24 december 2004, JAR 2005/25:FNV Bondgenoten/OR Consumer & Commercial Clients ABN AMRO Bank

Vzngr. Rb. Rotterdam 16 februari 2009, JAR 2009/89: Schuurman/FNV Bondgenoten

Ktr. Arnhem 10 september 1998, ROR 1999/1: Kuipers/OR Gemeente Arnhem

WOR artikelen

Om u beter van dienst te zijn, maakt woronline.nl gebruik van cookies » Meer informatie