« Bekijk Artikel 27.
Instemmingsrecht en cao
Kern
De instemming van de ondernemingsraad niet is vereist, voor zover de betrokken aangelegenheid reeds inhoudelijk (materieel) is geregeld in een CAO of een regeling van arbeidsvoorwaarden vastgesteld door een publiekrechtelijk orgaan. De bepaling heeft tot gevolg dat arbeidsvoorwaarden waarover in onderhandelingen tussen werkgever(s) en vakorganisatie(s) overeenstemming is bereikt en arbeidsvoorwaarden die zijn vastgesteld door een publiekrechtelijk orgaan aan het instemmingsvereiste van art. 27 lid 1 WOR zijn onttrokken.
Aanwijzingen
In de rechtspraak is uitgemaakt dat het instemmingsrecht als bedoeld in art. 27 lid 1 WOR geen betrekking heeft op primaire arbeidsvoorwaarden. Deze uitzondering vloeit voort uit de parlementaire geschiedenis van de WOR en een aantal wijzigingen van de WOR en strekt ertoe te voorkomen dat de ondernemingsraad niet in het vaarwater van de vakorganisaties komt. Om die reden is instemming ook niet vereist wanneer een aangelegenheid inhoudelijk is geregeld in een CAO.
Het moet dan echter wel gaan om een aangelegenheid die in de CAO of de regeling van arbeidsvoorwaarden vastgesteld door een publiekrechtelijk orgaan inhoudelijk uitputtend is geregeld. Biedt de CAO of regeling van arbeidsvoorwaarden nog enige ruimte voor een eigen afweging van de bestuurder, dan dient die ruimte met de instemming van de ondernemingsraad te worden ingevuld.
In aanvulling op art. 27 lid 3 WOR bepaalt art. 36 lid 4 WOR dat een verzoek aan de kantonrechter op grond van art. 27 lid 4 of lid 6 WOR niet ontvankelijk is, indien met betrekking tot dezelfde aangelegenheid een eis is gesteld als bedoeld in de Arbeidsomstandighedenwet.
Jurisprudentie
(bron: Sprengers Advocaten te Utrecht)
Hof Den Bosch 31 januari 2012, ECLI:NL:GHSHE:2012:BV2621: Gemeenschappelijke Regeling Brandweer Zuid-Limburg/OR, AbvaKabo FNV, CNV Publieke Zaak
Hof Den Bosch 23 mei 2006, JAR 2007/33: ASML Netherlands/OR